Acties | Herstelacties
Randen
Op dit moment is het in onze meeste werkzones zo dat de corridors die in de bossen zijn aangelegd voor de veilige doorgang van de hoogspanningslijnen, doorgaans een U-vorm bezitten: in het midden wordt alles kortgemaaid en regelmatig vermalen, en aan weerszijden vindt men een bruuske overgang naar bos met hoogstammige bomen.
De bedoeling van deze verbeteringsactie is om bosranden aan te leggen en te herstellen als overgangsstrook tussen de corridor en het omringende bos, zoals op de volgende afbeeldingen geïllustreerd wordt. De corridor bezit dan een open V-vorm.
Dergelijke gestructureerde bosranden bieden tal van voordelen:
- De aanleg ervan brengt, samen met een hele reeks bomen van verschillende groottes en soorten, ook heel wat insecten-, zoogdier- en vogelsoorten met zich mee die niet voorkomen in de 'propere' corridors die regelmatig onderhouden worden. Op die manier wordt het bos verrijkt met secundaire boomsoorten die erg interessant zijn en al te vaak ontbreken in de grote bossen, die grotendeels gedomineerd worden door beuken en sparren en in mindere mate door eiken.
- De aanwezigheid van een dergelijke bosrand beperkt aanzienlijk de mogelijke windschade aan de bosbeplanting. Zijn trapsgewijze vorm speelt immers als het ware de rol van een 'trampoline' die de wind boven de grote bomen van de bosrand laat uitstijgen.
- Bosranden kunnen ook veel dood hout bevatten. Dode bomen bieden onderdak aan een massa insecten en vormen ook een nuttige schuilplaats voor vogels en vleermuizen. Het behoud van twee dode bomen per hectare is trouwens een verplichting in de Natura 2000-zones en een aanbeveling van de Waalse rondzendbrief over biodiversiteit (http://environnement.wallonie.be/publi/dnf/normes.pdf), zelfs buiten het Natura 2000 netwerk.
- Als de bosrand eenmaal dichtbegroeid is, remt hij de groei van grote bomen af die een gevaar voor de lijn zullen vormen (berk, spar, beuk).
- Het toekomstige onderhoud van de bosrand zal beperkt blijven tot een regelmatig bezoek van de site om enkel de hoge boomsoorten op gerichte wijze om te hakken vooraleer hun groei een gevaar wordt. Dit in tegenstelling tot de gebruikelijke beheerspraktijk voor corridors van hoogspanningslijnen, waarbij men de volledige vegetatie met een tolbreker vermaalt.
Waar die bosrand volledig afwezig is, zal hij aangelegd worden door de aanplanting van gevarieerde boomsoorten aan de rand van de lijnen. De stekken zijn ofwel afkomstig van aankoop in professionele boomkwekerijen, ofwel van zaaigoed dat door het LIFE-team verzameld en geplant is in drie boomkwekerijen die in het kader van het project opgericht zijn (in Michamps, Ath en Nassogne).
De diversiteit van de heraangeplante soorten zal afhankelijk zijn van de locatie (bodem, ligging, hoogte, enz.). Enkele voorbeelden: lijsterbes, geoorde wilg, gewone vlier en bergvlier, sleedoorn, hazelaar, meidoorn, kardinaalsmuts, wegdoorn, wilde appel- en perenbomen, enz.
-
Daar waar dergelijke bosranden bestaan, zelfs in slechte staat, zullen ze hersteld worden via een doorgang om ongewenste soorten (hoge bomen) om te hakken en de gaten opnieuw te vullen met kleinere bomen.
Het LIFE-project omvat de aanleg van bosranden over een lengte van 30 kilometer (90 hectare) en het herstel van bestaande bosranden over een lengte van 40 kilometer (120 hectare). Het is ook de bedoeling om 30 hectare van de nieuw aangelegde bosranden te omheinen in die wouden waar de aanwezigheid van grote fauna het aanslaan en de groei van de stekken zou verhinderen.
Doestellingen
Uiteindelijk zal het dus gaan om 210 hectare aangelegde of herstelde bosrand, met een totaal van 105.000 geplante stekken.